Vervoerders: OV-chipkaart nodeloos ingewikkeld en duurder dan papieren kaartje
Vervoerbedrijven verdienen bij elkaar 30 miljoen euro aan reizigers die vergeten uit te checken met hun OV-chipkaart. Dat schrijft De Telegraaf op basis van bronnen.
De vervoerbedrijven willen geen getallen noemen. Gemiddeld zou ongeveer 1 procent van de reizigers vergeten uit checken. Die mensen zijn hun instaptarief kwijt.
Reizigers betalen bij het begin van hun reis een instaptarief van 4 euro bij bus, tram en metro en van 20 euro bij de trein. Bij het uitchecken wordt dat geld verrekend met de werkelijke kosten van de reis. Het restant wordt bijgeschreven op de kaart.
‘Nodeloos ingewikkeld en kostbaar’
De vervoerbedrijven Veolia en Connexxion zeggen dat ze wel verdienen aan mensen die niet uitchecken, maar dat het hen geen voordeel oplevert. Het beheer van het chipkaartsysteem is volgens hen veel duurder dan het papieren kaartje.
Het systeem is ‘nodeloos ingewikkeld en kostbaar’, zegt vervoerder Connexxion. Veolia wil ook een makkelijkere manier van afrekenen, zoals het systeem van zones in bussen.
De verwachting was juist dat de OV-chipkaart goedkoper zou zijn, omdat het een gecentraliseerd systeem is voor betaling in het openbaar vervoer.
Al sinds de invoering van de kaart is er kritiek. De bezwaren gaan onder meer over stille prijsverhogingen, gebrekkige privacy en problemen met de beveiliging.
In politiek Den Haag zorgt de chipkaart al vanaf het begin voor kopzorgen bij de verantwoordelijke bewindslieden. In 2008 overleefde staatssecretaris Tineke Huizinga (CU) een motie van wantrouwen wegens problemen rondom de veiligheid van de chipkaart. De motie werd gesteund door de VVD, die toen in de oppositie zat.
Foto-cc: Alper Çuğun
