Minister Schultz van Haegen (VVD) van Infrastructuur en Milieu, de NS en spoorbeheerder ProRail blijken recente aanbevelingen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid om de spoorveiligheid te verbeteren, te hebben genegeerd.
Dat wist de Volkskrant vanochtend te melden.
Een woordvoerder van de Onderzoeksraad voor Veiligheid pleit voor het verder verbeteren van het spoor ten behoeve van de veiligheid maar beklaagt zich over het doof houden van betrokken partijen.
De Onderzoeksraad maakten 18 januari 2011 melding over het probleem van treinen die door ‘rode seinen rijden’.
Sinds de ramp in Harmelen in 1962, waarbij 93 doden vielen, is er veel verbeterd aan de veiligheid maar zelfs tot op de dag van vandaag gebeurt het nog steeds. Waarbij het in 2009 ging om 214 incidenten en in 2010 om 172. Het door rode seinen rijden van treinen leidde de afgelopen tien jaar tot meer dan dertig botsingen.
De betrokken partijen schermen zich als verweer tegen de kritiek achter de komst van een nieuw Europees veiligheidsysteem. Wanneer dit zogenaamde ERTMS-veiligheidsysteem wordt aangesloten en op welke plaatsen is nog onduidelijk.
Volgens de raad is het absolute noodzakelijk om direct actie te ondernemen om de veiligheid op het spoor te kunnen garanderen. Op het spoort zijn er volgens hen namelijk te veel potentieel gevaarlijke plekken.
Om deze plaatsen te inventariseren en goed aan te kunnen pakken, eiste de raad al eerder ‘gezamenlijke en adequate actie’. Daarvoor werd ondermeer één partij, dat is ProRail, eerstverantwoordelijk voor de veiligheid gemaakt.
De belangrijkste maatregelen zouden eigenlijk al binnen een jaar moeten worden genomen. Het gestelde termijn van een jaar is nu bijna voorbij, maar de aanbevelingen zijn volgens de Volkskrant dus nog niet uitgevoerd.
De Tweede Kamer is bezig met de situatie rond het spoor. Naar verwachting brengt de commissie-Kuijken volgende maand rapport uit.
Pingback: SP: maak een einde aan het voyeurisme | Politiek