Duitsland moet, ook in Europa, investeren in economische groei
Terwijl in Nederland extreemrechts een Europese afbraakpartij aankondigt, worden in Duitsland gewichtige onderhandelingen gevoerd over een nieuwe regering. Het verbinden van conservatieven en progressieven is niet makkelijk.
Bondskanselier Angela Merkel won de verkiezingen glansrijk, maar zij heeft met haar CDU/CSU-combinatie geen meerderheid. Er komt een brede middencoalitie met de sociaaldemocratische SPD. Die partij eist dat het beleid socialer wordt.
SPD-leider Sigmar Gabriel (foto) heeft een lijst met tien punten die hij ‘niet onderhandelbaar’ noemt, waaronder het invoeren van een minimumloon, gelijke betaling voor mannen en vrouwen, meer investeringen in infrastructuur en onderwijs, en een gezamenlijke Europese strategie voor groei in de eurozone.
Onder die voorwaarden is de SPD op een speciaal congres akkoord gegaan om onderhandelingen te starten met Merkels conservatieven. ‘Ons doel is om voor kerstmis een regering te vormen’, zei Gabriel tegen verslaggevers.
Brede middencoalities waarbinnen linkse en rechtse volkspartijen samenwerken, zoals ook in Nederland de VVD en de PvdA doen, worden door sommige politieke duiders tegenwoordig al snel als problematisch bestempeld.
Peilingen richten zich op onvrede en impopulaire maatregelen, en omdat er een middencoalitie is, treft dat beleid iedereen. Zo heeft iedereen wel een reden om ontevreden te zijn over bepaald beleid. Er worden geen groepen uitgezonderd, maar ook geen groepen onevenredig hard getroffen.
Verantwoordelijke politici blijven die serieuze boodschap herhalen. Van VVD tot PvdA en van D66 tot SGP. In een tijd dat ‘compromis’ een vies woord lijkt te zijn geworden, en landen smachten naar economisch herstel, is dat uiteindelijk toch het meest solide antwoord op de uitdagingen van onze tijd.
Foto-cc: spd-sh
