Als de plannen van de rechtse partijen de aankomende jaren worden doorgevoerd daalt de koopkracht. Bij enkele linkse partijen stijgt die juist. Afhankelijk van de situatie kan het verschil tussen rechts en links oplopen van een paar tientjes tot honderden euro’s per maand. Dit blijkt uit een onderzoek van Nyfer in opdracht van De Volkskrant.
Deze cijfers waren lange tijd onbekend. Normaal berekent het CPB de koopkracht plaatjes, maar daar had zij deze verkiezingen geen tijd voor. Partijen verweten elkaar over en weer ‘de burger te pakken’, op de korte dan wel de lange termijn. Zij konden alles roepen, omdat er geen harde cijfers waren.
Dé bijstandsmoeder
De bijstandsmoeder is de afgelopen weken symbool geworden voor de koopkracht. In een uitzending van Netwerk werd de vloer aangeveegd met het partijprogramma van Mark Rutte’s VVD. De bijstandsmoeder zou er bij hen gigantisch op achteruit gaan. Uit de nieuwste cijfers van Nyfer blijkt nu dat zij er niet alleen bij de VVD op achteruit zal gaan, maar bij alle partijen aan de rechterflank.
De koopkracht voor een uitkeringsgerechtigde met twee kinderen gaat er bij D66, VVD en PVV met 20 tot 100 euro op achteruit, terwijl de bijstandsmoeder er bij de PvdA en SP maandelijks 60 en 90 euro op vooruit gaat.
Nieuwe cijfers, zelfde spel
Voor de aankomende dagen is de politieke strijd te voorspellen. De aanval van links op rechts zal intenser worden. Met name de VVD, vanwege haar voorsprong in de peilingen, zal worden weggezet als ‘asociaal’. ‘De burger is al de klos door de crisis en rechts geeft hen nog een trap na’, zal zo ongeveer de boodschap zijn. Rechts zal juist zeggen dat links ‘asociaal’ is en geen vooruitziende blik heeft. ‘Door de problemen voor ons uit te schuiven pakken we de generaties na ons’, wordt de reactie van rechts. Kortom: in de campagne zal weinig veranderen.
