De rechtbank in Den Haag is vandaag tot een oordeel gekomen in een zaak die de kunstenaars tegen de Staat hadden aangespannen.
De rechtbank heeft bepaald dat de Staat moet zorg dragen voor een overgangsregeling voor kunstenaars die een beroep deden op de WWik, een regeling waarmee zij hun inkomen konden aanvullen zonder een beroep te hoeven doen op de bijstand.
De Eerste Kamer nam in december een wetsvoorstel aan, deze bepaalde dat er per 1 januari een einde kwam aan de WWik-regeling.
FNV Kiem en de Beroepsvereniging van Beeldende Kunstenaars (BBK) eisten via de rechter een overgangsregeling, zodat de kunstenaars zich kunnen aanpassen aan de nieuwe situatie.
De rechtbank besliste vandaag dat de wet die was aangenomen door de Eerste Kamer, buiten werking wordt gesteld. Eerst moet de overheid zorgen voor ‘een adequate overgangsperiode waarin de desbetreffende kunstenaar zijn of haar beroepspraktijk kan aanpassen aan de veranderende omstandigheden.’
Henk Rijzinga van de BBK reageerde blij en een beetje verrast op de uitspraak, ‘via een kort geding hebben we een wet kunnen laten blokkeren. Dit was meer dan we durfden te hopen. We hoopten op een uitstel van een half jaar, maar dit gaat nog een stap verder. De rechtbank heeft de hele Eerste en Tweede Kamer terzijde geschoven.’
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft nog tijd nodig om de uitspraak op zich in te laten werken en heeft tot op heden nog niet gereageerd.
Pingback: Raad van State kritisch over Crisis- en herstelwet | Politiek
Pingback: VVD pleit voor grondwetswijziging | Politiek